Interview Dieper aan de slag met afasie

Afasie beïnvloedt alles. Daarom staat in Aan de slag met afasie, anders dan in andere boeken over de taalstoornis, het perspectief van de cliënt en diens omgeving centraal. De auteurs dagen logopedisten uit om beter aan te sluiten bij wat iemand bezighoudt in het leven en een bredere rol te pakken.
'Er bestaan al genoeg handboeken die afasie vanuit de stoornis beschrijven', zegt Lizet van Ewijk, associate lector bij Hogeschool Utrecht, lectoraat Logopedie: Participatie door Communicatie. 'Wij wilden een nieuwe visie neerleggen, vanuit de menselijke kant. Daar waren nou precies nul boeken voor.'
Samen met Willemijn Doedens, innovatieadviseur bij Koninklijke Auris Groep, en Ruth Dalemans, bijzonder lector Begrijpelijk Communiceren bij Zuyd Hogeschool, werkte ze dit idee uit tot Aan de slag met afasie. Dalemans: 'Wij stellen niet het fixen van een probleem voorop, maar de hulpvraag van de persoon en zijn directe omgeving, zodat zij het leven kunnen leiden dat ze willen leiden. Dat is echt een andere manier van denken en benaderen.'
Te gast zijn
Afasie overkomt je in alle facetten van het leven. Dit boek moest erover gaan hoe je daar als logopedist beter bij kan aansluiten. 'De oude systeembenadering matcht niet voldoende met hoe mensen met afasie het zelf beleven', vindt Van Ewijk. 'Je bent als logopedist heel even te gast in hun leven, maar zij zijn de hoofdpersoon. Dat besef heeft implicaties voor hoe je handelt.'
'Je focust dan meer op de context', vult Doedens aan. 'Wat betekent iemands stoornis bijvoorbeeld als hij met zijn kinderen aan de eettafel zit, of bij de psycholoog? Mijn doel is niet dat iemand goed een woord kan vinden als ík erbij ben, maar als hij in zijn eigen omgeving zit, met de mensen met wie hij eigenlijk communiceert. Daarom moet je weten wat er speelt in iemands leven. Dan bereik je ook meer voor die persoon.'
Niet de stoornis, maar het leven van de persoon staat centraal.
Casuïstiek en levenseinde
De auteurs komen in Aan de slag met afasie niet alleen met theorie en visie. 'Integendeel', zegt Van Ewijk, 'we beginnen ieder hoofdstuk met ervaringsverhalen van mensen met afasie of hun partner. Met veel casuïstiek laten we zien hoe je communicatieve participatie in je behandeling centraal stelt.'
Opvallend is dat palliatieve zorg, levenseinde en rouw uitgebreid aan bod komen. Dat maakt dit boek volgens Doedens juist zo bijzonder: het brengt alle levensfases samen. De acute fase wordt in veel literatuur besproken, maar welke rol je als logopedist kan spelen aan het einde van het leven, dat is nieuw. 'We zetten onze expertise nog te weinig in om iemand de kans te bieden over zijn wensen rond het levenseinde te praten”, zegt ze. “Wat ons betreft pakken logopedisten die rol vaker.'
Nieuw en spannend
De auteurs weten dat dat spannend kan zijn. Van Ewijk: 'Misschien denk je bij een onderwerp als de dood: ''Ojee, wat moet ik hiermee?'', en durf je de vraag niet te stellen. Mijn ervaring is dat veel mensen er wel over willen praten. Met dit boek helpen we logopedisten om daarin meer ruimte in te nemen. Nu blijven dit soort onderwerpen vaak liggen, ook omdat zorgverleners verwachten dat een ander het wel bespreekt.'
Van Ewijk, Doedens en Dalemans wilden met Aan de slag met afasie echt iets nieuws brengen. 'De verschillende perspectieven en expertise van alle auteurs zorgen voor een rijke en diverse inhoud”, zegt Dalemans. “Hiermee hopen we logopedisten te inspireren. Het boek is ook een uitnodiging om met elkaar de dialoog aan te gaan en nieuwe stappen te zetten in ons mooie vak.'

Aan de slag met afasie
Mensen met afasie na hersenletsel hebben baat bij een benadering die verder gaat dan alleen het behandelen van de stoornis. Het uitgangspunt voor de logopedist ligt bij hun mogelijkheden om deel te nemen aan het dagelijks leven en de maatschappij. Daarom staat in Aan de slag met afasie communicatieve participatie centraal. Een praktische gids voor beginnende en ervaren logopedisten die hun vak willen verdiepen en ook de emotionele kant willen begrijpen.