Interview Tussen vreugde en kwetsbaarheid: het schrijverspad van Erna van Koeven

Een zwoele zomerdag, een bankje in de tuin, een laptop op schoot – en een hoofd vol ideeën. Zo begon Erna van Koeven aan wat later De wereld in kinderboeken zou worden. Maar wat luchtig klinkt, bleek een intensief proces met pieken, dalen en uiteindelijk een verrassend groot bereik. We spraken Erna over haar schrijverspad en haar nieuwste boek, dat inmiddels gretig wordt gelezen in onderwijsland.
‘Schrijven is voor mij pure vreugde – maar ook kwetsbaar,’ vertelt ze. ‘Je legt iets van jezelf vast, en na publicatie is dat niet meer van jou alleen.’ Die kwetsbaarheid voelde ze vooral toen het boek eenmaal af was: ze durfde het wekenlang niet open te slaan. ‘Ik ben altijd bang dat ik iets vergeten ben. Of dat het beter had gekund,’ zegt ze eerlijk. Pas later bladerde ze het door en dacht opgelucht: het is eigenlijk een heel mooi boek geworden.
Van pabo naar publicatie
Erna’s achtergrond ligt stevig geworteld in het onderwijs. Ze werkte jarenlang als pabodocent en maakte de overstap naar de Master Educational Needs. ‘Daar kreeg ik ook de kans om onderzoek te doen naar taal. Dat heeft me gevormd – als docent én als schrijver.’
Schrijven begon als iets wat er ‘gewoon bij hoorde’: artikelen voor vakbladen, meeschrijven aan methodes. Maar het werd pas echt serieus toen ze samen met Anneke Smits het boek Rijke taal uitbracht. ‘Dat boek kwam recht uit ons hart. En het raakte blijkbaar iets in het veld. We kregen zoveel mooie reacties van scholen die er echt mee aan de slag gingen.’
Schrijven is voor mij puzzelen tot alles klopt en samenhangt.
Samenwerken aan een boek: zoeken, vinden, groeien
Die positieve ontvangst leidde tot een nieuwe vraag: hoe kunnen kinderboeken ingezet worden om schoolvakken tot leven te brengen? Samen met Herman Verschuren en Femke Ganzeman besloot Erna daar een boek over te schrijven. Het schrijfproces was intensief en vroeg om afstemming tussen drie betrokken auteurs met elk hun eigen expertise. ‘We moesten echt zoeken naar ieders rol en kracht,’ zegt Erna. Dat was soms uitdagend, maar leidde uiteindelijk tot een boek dat inhoudelijk sterk is en tegelijk rijk aan perspectieven.
Het schrijfproces als puzzel
Schrijven is voor Erna niet zomaar een vaardigheid – het is een manier van denken. ‘Ik hou van boeken waarin alles met alles samenhangt. Geen losse hoofdstukken, maar een doorlopend verhaal. Dat is spannend om te maken, maar ook veel bevredigender.’ Het begin is vaak het lastigst, vertelt ze. ‘De eerste twintigduizend woorden zijn zoeken. Daarna kom je in een flow.’ Ervaring helpt daarbij: ‘Je leert erop vertrouwen dat het komt. Zelfs als je midden in de tekst denkt: wie zit hier eigenlijk op te wachten?’
AI als hulpmiddel, niet als auteur
Hoewel Erna experimenteert met AI voor het opdoen van ideeën (‘kaarten in kinderboeken, dat had ik zelf nog niet bedacht’), schrijft ze haar teksten volledig zelf. ‘Ik geloof in bezieling. Een boek moet voelen dat iemand er met hart en ziel aan gewerkt heeft.’
Wat er nog komt
Op de vraag of er een volgend boek komt, lacht Erna: ‘Ik ben alweer bezig. Dit keer voor de kinderopvang en onderwijsassistenten. Daar is nog heel weinig voor.’ Ze blijft schrijven, zolang het haar energie geeft.

Erna van Koeven is docent en onderzoeker taal en lezen bij Hogeschool Windesheim. Ze promoveerde op een kinderboekenthema en is mede-auteur van Rijke taal, Taaldidactiek in het basisonderwijs en de blog Geletterdheid en schoolsucces. Ze is veel in contact met studenten aan lerarenopleidingen en met leraren.
Daarnaast begeleidt ze scholen die willen nadenken over hoe hun taal- en
leesonderwijs beter kan. Ze houdt erg van lezen en van kinderboeken. Haar
favorieten op dit moment? Historische kinderboeken, bijvoorbeeld die van
Linda Dielemans.