Interview Waarom controle motivatie doodt

‘Leren is van nature leuk. Maar we hebben een onderwijssysteem gebouwd dat studenten afleert om te willen leren.’ Onderwijswetenschapper Rob Martens pleit in zijn nieuwe boek De Motivatierevolutie voor fundamentele verandering. Minder controle en meer vertrouwen, zo luidt zijn oproep. ‘Motivatieverlies is geen individueel probleem. Het is een systeemfout.’
Hoe we nieuwsgierigheid afleren
‘Mensen zijn van nature nieuwsgierig,’ stelt Martens. ‘Kijk naar jonge kinderen: ze willen alles weten, alles onderzoeken. Die drang verdwijnt niet zomaar. Maar het onderwijs zoals we het nu organiseren, onderdrukt die nieuwsgierigheid.’ Volgens Martens begint het al vroeg. ‘Alles wordt gekoppeld aan toetsen en cijfers. Leren wordt iets wat moet. Niet iets wat je uit jezelf doet.’
Het gevolg zien docenten dagelijks in het hbo: studenten die bij binnenkomst vragen ‘telt dit mee?’. ‘Ze zijn getraind om extern gemotiveerd te raken. Studiepunten, aanwezigheidsplicht en diploma’s zijn het doel geworden. Niet nieuwsgierigheid.’
Waarom controle motivatie onderdrukt
Martens ziet het onderwijs als een systeem gericht op controle. ‘We gaan er stilzwijgend van uit dat studenten ongemotiveerd zijn. Dus sturen we ze met regels, toetsen en verplichtingen. Alles moet bewijsbaar en meetbaar zijn.’ Maar juist die controle belemmert leren. ‘Je blokkeert de natuurlijke motivatie van studenten als je ze voortdurend onder druk zet.’
En niet alleen studenten lijden daaronder. ‘Docenten zitten in precies hetzelfde systeem. Ook zij worden gecontroleerd, afgerekend en gemeten. Zo houden we met z’n allen de motivatiecrisis in stand.’
Studenten werken om studiepunten te halen, niet om te leren.
Onderwijs als afvalrace
Een belangrijke oorzaak van de motivatiecrisis is volgens Martens dat onderwijs is verworden tot competitie. ‘Alles is gericht op doorstromen, filteren en selecteren. Het hoger onderwijs is één grote afvalrace geworden. Studenten werken vooral om studiepunten te halen, niet om te leren.’
Die prestatiedruk leidt tot stress en uitval, ziet hij. ‘We creëren psychologisch onveilige leeromgevingen. Dat blijkt uit de cijfers over mentale klachten onder studenten én docenten. Het is een structureel probleem, dat we vaak niet als zodanig herkennen.’
Vertrouwen als alternatief
Martens pleit voor een radicale verandering: ‘Vertrouwen. Ga ervan uit dat studenten willen leren. Dat klinkt eenvoudig, maar het vraagt om een andere houding. Stop met sturen op controle.’
Vertrouwen betekent niet vrijblijvendheid. ‘Je biedt structuur, maar geeft ook ruimte. Ruimte om eigen keuzes te maken en nieuwsgierigheid te volgen. Dáár groeit motivatie.’
Hij noemt een praktijkvoorbeeld: ‘Ik zeg soms tegen studenten: als je dit vak niet interessant vindt, hoef je niet te komen. Wat gebeurt er? Iedereen blijft. Want ik behandel hen als autonome mensen. En dat werkt bevrijdend.’
Zie het patroon, niet de oplossing
Martens is zich ervan bewust dat zijn pleidooi vragen oproept. ‘Veel mensen verwachten tips, stappenplannen of een concrete methode. Maar dat is nu juist wat ik níet wil bieden. We zitten al te veel in dat denken. Mijn boek is bedoeld om een patroon zichtbaar te maken – om je anders te laten kijken. Het gaat niet om een aanpak die je even overneemt, maar om het loslaten van het idee dat er altijd één juiste werkwijze is.’
In zijn boek introduceert hij het concept van de ‘playful mind’: de speelse, onderzoekende houding die volgens hem in élke student en docent zit. ‘Nieuwsgierigheid lijkt op spel. Die speelse ruimte moeten we niet alleen studenten gunnen, maar ook onszelf als docenten.’
Zijn oproep: ‘Laat los. Geef ruimte. En bovenal: heb vertrouwen. Onderwijs zou niet de plek moeten zijn waar je leert te voldoen, maar waar je leert ontdekken wie je bent.’

Rob Martens is onderwijspsycholoog en hoogleraar aan de Open Universiteit, gespecialiseerd in motivatie en onderwijsvernieuwing. Hij schrijft en spreekt met bevlogenheid over hoe leren van binnenuit werkt. Eerder publiceerde hij de boeken We moeten spelen (2019) en Leerlingen intrinsiek motiveren (2022).
In De motivatierevolutie (2025) pleit hij voor minder controle en meer vertrouwen in het onderwijs. Meer info >