Begeleiden van startende leraren begint bij de opleiding

Voorkom uitval van starters: zo begeleid je studenten en zij-instromers richting een stevige start in het onderwijs
Lerarentekorten vragen om creatieve oplossingen. In de praktijk betekent dat: stagiairs die tijdens hun opleiding al een aanstelling krijgen, en zij-instromers die vrijwel meteen zelfstandig voor de klas staan. Voor lerarenopleiders en instituutsbegeleiders brengt dat extra verantwoordelijkheid met zich mee. Hoe kan je als lerarenopleider bijdragen aan een realistische start en duurzame loopbaan in het onderwijs?
De instroom lukt wel – maar de uitstroom blijft hoog
De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in het werven van nieuwe leraren. De werkdruk, het lerarentekort en de maatschappelijke relevantie maken het beroep aantrekkelijk voor een nieuwe groep instromers. Toch blijkt het onderwijs moeite te hebben om hen te behouden. Startende leraren verlaten het beroep regelmatig binnen vijf jaar, met name door gebrek aan begeleiding, te veel verantwoordelijkheid in korte tijd en een mismatch tussen verwachtingen en werkelijkheid.
Zeker voor zij-instromers en studenten met een aanstelling is de situatie kwetsbaar. Ze combineren leren en werken, staan vaak onbevoegd voor de klas en hebben tegelijkertijd te maken met reguliere beoordelingscycli op school. De grens tussen begeleiding en beoordeling is dan dun, en de risico’s op uitval zijn reëel.
Als we ze in het diepe gooien, geef ze dan een stevige zwemband.
Wat kun je als opleider doen?
Als instituutsbegeleider, opleidingsdocent of schoolopleider kun je geen volledige begeleiding garanderen op de werkplek – maar je kunt wél het fundament leggen voor een bewustere start. Deze vier aandachtspunten helpen daarbij:
1. Normaliseer ‘startbekwaamheid’
Afgestudeerde leraren zijn startbekwaam, geen volleerde professionals. Het is belangrijk dat zij ruimte krijgen om te groeien in vakmanschap, klassenmanagement en pedagogisch handelen. Dat vraagt om expliciete erkenning dat het leerproces doorloopt ná het behalen van een diploma.
2. Werk met de rugzakmetafoor
Startende leraren moeten hun eigen stijl en aanpak nog ontwikkelen. Stimuleer ze om tools, routines en werkwijzen te verzamelen, uit te proberen en weer los te laten als ze niet werken. De rugzakmetafoor helpt studenten en zij-instromers om hun groei als professional concreet te maken.
3. Herken eerder verworven competenties (EVC’s)
Veel studenten – zeker in deeltijd – brengen werkervaring, vakkennis of pedagogische vaardigheden mee uit eerdere functies. Door die ervaring te benoemen en te koppelen aan het leertraject, groeit het zelfvertrouwen én het besef dat leren in het onderwijs niet bij nul hoeft te beginnen.
4. Bespreek realistische schoolcontexten
Veel begeleidingstrajecten op scholen zijn versnipperd of ontbreken volledig. Bespreek met studenten en zij-instromers welke verschillen zij kunnen tegenkomen, welke vormen van ondersteuning er zijn, en wat ze mogen vragen of verwachten. Ook het onderscheid tussen begeleiding en beoordeling verdient hier aandacht.
_w440_h650.jpg)
Marjolein Mantelaers is docent Nederlands, onderwijskundige en auteur van Instroom zonder uitstroom. Ze is gespecialiseerd in starten en zij-instromen in het onderwijs en adviseert scholen, schoolopleiders en coaches over het opzetten van effectief inductiebeleid.
Zelf begon ze ooit als zij-instromer en weet daardoor uit eigen ervaring hoe uitdagend die start kan zijn. Onbevoegd voor de klas, te veel verantwoordelijkheid, moeite met hulp vragen – het zijn valkuilen die ze inmiddels herkent én helpt voorkomen. Als onderwijswetenschapper, afgestudeerd op het thema startende leraren, doet ze promotieonderzoek aan de Universiteit Maastricht naar het verminderen van uitval onder deze doelgroep.
In Instroom zonder uitstroom, waarop dit artikel is gebaseerd, combineert ze wetenschappelijke inzichten met persoonlijke ervaring om bij te dragen aan duurzaam personeelsbeleid in het onderwijs.