Van zelfregulatie naar co-regulatie

In beleidsstukken en visiedocumenten wemelt het van termen als eigenaarschap en zelfregulerend leren. Het klinkt aantrekkelijk: de autonome student die zijn eigen doelen stelt en zijn leerproces bijstuurt. Maar wie met beide benen in de praktijk staat, weet dat dit ideaal vaak niet uitkomt.
Barend Last en Derk Bransen stellen in Dat doe je toch niet alleen: het “zelf” in zelfregulatie is misleidend. Leren is altijd een sociaal proces. Wie de ontwikkeling van zelfregulerende vaardigheden serieus neemt, moet dus ook oog hebben voor co-regulatie – het gezamenlijke sturen van leren.
Co-regulatie: meer dan een tussenstap
Co-regulatie wordt vaak gezien als opstap naar zelfstandigheid: de docent ondersteunt, waarna de leerling het langzaam overneemt. Dat klopt, maar het is méér. Het gaat om een fundamenteel ander perspectief op leren: leerlingen, docenten en peers reguleren continu elkaars proces. Zelfs wie al zelfstandig leert, doet dat nooit los van de omgeving.
Voor docenten is co-regulatie daarom geen luxe, maar een didactisch principe. Het geeft richting bij het ontwerpen van onderwijs en helpt bij het vinden van de balans tussen vrijheid en begeleiding.
Wat levert het op in de klas?
Docenten die co-regulatie centraal stellen, merken dat het onderwijs:
- Motiverender wordt: studenten voelen zich gezien en gesteund, terwijl ze toch ruimte ervaren om eigen keuzes te maken;
- Effectiever wordt: leerlingen leren strategieën doordat deze zichtbaar worden gemaakt en gezamenlijk geoefend;
- Duurzamer wordt: studenten bouwen stap voor stap vaardigheden op die ze later zelfstandig kunnen inzetten.
Tussen betutteling en loslaten ligt co-regulatie.
Hoe geef je co-regulatie vorm?
Co-regulatie is geen extra ‘laag’ bovenop bestaande didactiek. Het gaat om een bewuste manier van werken die in allerlei kleine momenten kan worden ingebouwd. Voorbeelden:
- Model je denkproces: doe hardop voor hoe jij een tekst analyseert of een probleem oplost. Zo worden strategieën zichtbaar die studenten zelf kunnen oefenen;
- Werk met gezamenlijke doelen: bespreek in de les wat een haalbaar tussendoel is, en koppel daar een check-moment aan;
- Stimuleer peer-interactie: laat studenten elkaars plannen of reflecties bespreken. Niet alleen de docent, maar ook de groep wordt zo een regulatiebron;
- Plan structurele reflecties: niet alleen aan het eind van een project, maar ook halverwege samen terugkijken en vooruitblikken;
- Faseer je begeleiding: bouw de mate van steun bewust af, zodat leerlingen ervaren dat ze meer verantwoordelijkheid kunnen nemen.
Dilemma’s uit de praktijk
In een havo 3-klas start een projectweek. De docent merkt dat veel leerlingen direct in paniek raken: “Hoe moeten we dit plannen? Wat moet er allemaal af?” In plaats van te zeggen: zoek het maar uit óf hier is het complete stappenplan, kiest de docent voor co-regulatie.
Stap 1: Samen met de klas formuleert hij drie tussendoelen, zichtbaar op het bord.
Stap 2: Leerlingen bespreken in tweetallen hoe zij de eerste stap aanpakken.
Stap 3: Halverwege de week reflecteert de docent klassikaal: wat werkt in jullie planning, waar lopen jullie tegenaan?
Stap 4: Aan het eind maakt ieder groepje zelf de vertaalslag naar een volgende opdracht, met minder hulp.
Resultaat: leerlingen ervaren grip en leren van elkaar, terwijl de docent voorkomt dat ze verdrinken in de vrijheid. Zelfregulatie groeit hier niet ondanks, maar dankzij co-regulatie.
Tussen betutteling en loslaten ligt co-regulatie
Veel docenten zullen de spanningsvelden meteen herkennen:
- Wanneer wordt begeleiding betutteling?
- Wanneer laat je te veel los en raken studenten stuurloos?
- Hoe organiseer je co-regulatie in een drukke klas, met uiteenlopende niveaus?
Juist in dit soort situaties biedt co-regulatie houvast. Het is geen extra laag bovenop bestaande didactiek, maar een manier van werken die uitnodigt om verantwoordelijkheid te delen, gezamenlijke doelen te formuleren en reflectiemomenten in te bouwen. Zo vinden docenten de balans tussen begeleiden en loslaten, waardoor studenten niet verdwalen in te veel vrijheid en ook niet verstikken onder te veel sturing. Het resultaat is onderwijs dat effectiever en motiverender is, én duurzamer: studenten ontwikkelen stap voor stap vaardigheden die ze later zelfstandig kunnen inzetten.
Dit artikel is gebaseerd op het boek Dat doe je toch niet alleen?! van Barend Last en Derk Bransen. Meer info >