Wanneer CGT stokt – en wat dan kan helpen

Soms is een behandeling netjes volgens protocol opgezet en uitgevoerd — en toch komt de patiënt niet verder. De CGT is wetenschappelijk onderbouwd, zorgvuldig toegepast, en de sessies verlopen keurig. Maar het gewenste effect blijft uit. Wat dan?
Dat is precies het type vraag waarop de derde editie van Geïntegreerde cognitieve gedragstherapie antwoorden geeft. Het boek, geschreven door Kees Korrelboom, Erik ten Broeke en Maarten van Dijk, combineert theoretische verdieping met praktische hulpmiddelen om zoveel mogelijk te voorkomen dat behandelingen vastlopen en om onverhoopt vastgelopen behandelingen te analyseren en bij te sturen.
Van patiëntgedrag naar therapeutenreflectie
Elke therapeut kent het: een traject dat stroef verloopt ondanks duidelijke doelen en methodische uitvoering. De patiënt lijkt gemotiveerd, de interventies kloppen op papier — en toch blijft verbetering uit. In zulke gevallen ligt het risico op de loer dat de verantwoordelijkheid bij de patiënt wordt gelegd: ‘Die wil niet veranderen’ of ‘Er zit gewoon niet meer in’.
Volgens de auteurs is het in zulke situaties juist belangrijk om de blik te verleggen: van de ‘onbehandelbaarheid’ van de patiënt naar het denkwerk van de behandelaar om toch tot een zinvolle behandeling te komen. Waar zit het patroon? Wat houdt het in stand? En sluiten je interventies wel echt aan bij wat deze specifieke patiënt nodig heeft? Wat kan ik als therapeut anders doen? Of moet ik toch gaan afronden?
Van vastlopen naar bijsturen: denkmodellen als gereedschap
De kern van het boek is het gebruik van FABA: een combinatie van functieanalyse (FA) en betekenisanalyse (BA). Dit model helpt therapeuten om gedrag en betekenisverlening systematisch te analyseren. Wat doet de patiënt dat niet helpend is, waarom blijft dat gedrag bestaan, en wat maakt dat de patiënt emotioneel problematisch reageert in bepaalde situaties?
Belangrijk: FABA is geen schema om even snel in te vullen, maar een manier van denken. Het nodigt uit tot het stellen van gerichte vragen, het formuleren van hypothesen, en het kiezen van interventies die passen bij de casusconceptualisatie.
Therapie vraagt richting, niet eindeloos doorzetten.
Niet visieloos doorbehandelen: werk met richting
Een ander veelvoorkomend probleem is dat behandelingen blijven doorgaan zolang er klachten zijn, ook als er geen beweging meer in zit. Het boek pleit daarom voor doelgestuurd werken: heldere specifieke doelen formuleren, evalueren of ze gehaald worden, en op tijd besluiten wanneer bijsturen of afronden nodig is.
Dit vraagt ook om lef. Om te durven zeggen: ‘Deze interventie werkt niet voor deze patiënt, ik moet iets anders proberen.’ Of: ‘We lopen vast — misschien ligt dat niet aan de patiënt, maar aan mijn aanpak.’ Of: ‘we hebben gedaan wat we kunnen doen, maar jammer genoeg komen we niet verder en moeten we afronden’.
Praktische tools voor moeilijke trajecten
Wat deze derde editie van het boek volgens de auteurs extra bruikbaar maakt, is de nadruk op toepasbaarheid. Er zijn prototypische en specifieke FABA-schema’s toegevoegd die therapeuten kunnen gebruiken als denkkader bij complexe of stagnerende behandelsituaties. Geen rigide invullijstjes, maar houvast om zelf te blijven redeneren, reflecteren en keuzes te onderbouwen.
Ook onderwerpen als behandelgrenzen, afronding en het voorkomen van ‘uitzichtloos doorbehandelen’ krijgen ruim aandacht. Want juist dáár ontstaan in de praktijk vaak vragen die niet in de standaardprotocollen beantwoord worden.
Van aanmodderen naar afstemmen
De auteurs zijn kritisch op wat ze ‘visieloos doorbehandelen noemen: lukraak technieken inzetten zonder heldere rationale. Maar ze zijn óók kritisch op het rigide volgen van protocollen zonder te kijken of het past. Tussen die uitersten willen ze therapeuten toerusten met een manier van denken die ruimte laat voor afstemming, zonder het methodisch kader los te laten.
Het is precies in die ruimte waar het verschil wordt gemaakt: niet tussen wel of geen protocol, maar tussen automatisch doen en bewust kiezen.
Meer weten?
Het volledige gedachtegoed achter deze benadering — inclusief praktijkvoorbeelden, schema’s en verdiepende hoofdstukken — vind je in de derde editie van Geïntegreerde cognitieve gedragstherapie. Voor therapeuten die niet alleen willen doen wat vaak werkt, maar ook willen weten waarom het (soms niet) werkt en op basis daarvan durven en kunnen bijsturen.