Nederlands naar de top
Van C1 naar C2
Van ERK-niveau C1 op weg naar C2
Nederlands naar de top is een methode Nederlands voor theoretisch geschoolde anderstaligen die niveau C1 al hebben bereikt, maar zich nog verder willen bekwamen in het Nederlands. De thema’s van de hoofdstukken hebben een wetenschappelijk karakter, maar de teksten bevatten naast academische taal ook woorden en uitdrukkingen die je tegenkomt in dagelijks en zakelijk taalgebruik.
Vergroot je woordenschat en krijg meer zelfvertrouwen
De acht hoofdstukken bouwen op in complexiteit van de onderwerpen en inhoud van de teksten. Zo ga je op weg naar C2. Het belangrijkste doel van de methode is het vergroten van je woordenschat, zodat je makkelijker kunt schakelen tussen verschillende stijlen van taalgebruik. Met nog meer zelfvertrouwen kun je de Nederlandse taal gebruiken in diverse situaties.
Het extra studiemateriaal op nt2.school.nl bevat
- audio- en videofragmenten en bijbehorende opdrachten,
- extra teksten en
- en ander materiaal dat je nodig hebt bij de opdrachten uit het boek.
Met de Nederlands-serie van A0 naar ERK-niveau C1+
Nederlands naar de top is onderdeel van de Nederlands-serie en volgt op de titels Nederlands in gang (A0-A2), Nederlands in actie (A2-B1), Nederlands op niveau (B1-B2) en Nederlands naar perfectie (B2-C1), maar kan ook los worden gebruikt. Nederlands naar de top is geschikt voor cursussen in Nederland en in het buitenland.
1 De hersenen
-
Opdracht 1 | Spreken – Quiz
-
Opdracht 2 | Spreken – Artikel
-
Verschillen in de hersenen
-
Opdracht 3 | Lezen – Tekst
-
Tekst 1 | Mannenbreinen en vrouwenhersens
-
Vragen bij tekst 1
-
-
Opdracht 4 | Luisteren – Luisterfragment
-
Vocabulaire
-
Opdracht 5 | Vocabulaire – Paren maken en woorden vervangen
-
Opdracht 6 | Vocabulaire – Woorden invullen
-
Opdracht 7 | Spreken – Stellingen
-
Opdracht 8 | Schrijven – Synthese
-
-
Fantasie
-
Opdracht 9 | Spreken – Raadsels
-
Opdracht 10 | Lezen – Tekst
-
Tekst 2 | Zo voed je je fantasie
-
Vragen bij tekst 2
-
-
Opdracht 11 | Luisteren – Luisterfragment
-
Vocabulaire
-
Opdracht 12 | Vocabulaire – Woorden invullen
-
Opdracht 13 | Vocabulaire – Synoniemen en antoniemen
-
Opdracht 14 | Spreken – Dilemma’s
-
Opdracht 15 | Spreken – Presentatie
-
-
Grammatica 1 | Structuurwoorden met en zonder inversie
-
Opdracht 16 | Schrijven – Zinnen afmaken
-
-
Grammatica 2 | Transitief en intransitief
-
Opdracht 17 | Grammatica – Transitieve verba
-
Opdracht 18 | Vocabulaire – Verba met preposities
-
Opdracht 19 | Vocabulaire – Verba met prefixen
-
Opdracht 20 | Vocabulaire – Spreekwoorden en gezegdes
-
2 Communicatie
-
Opdracht 1 | Spreken – Stellingen
-
Opdracht 2 | Spreken – Artikel
-
Oogcontact
-
Opdracht 3 | Lezen – Tekst
-
Tekst 1 | Kijk me aan!
-
Vragen bij tekst 1
-
-
-
Verontschuldigingen
-
Opdracht 4 | Luisteren – Luisterfragment
-
Vocabulaire
-
Opdracht 5 | Vocabulaire – Paren maken
-
Opdracht 6 | Vocabulaire – Woorden invullen
-
Taalblok 1 | Je gevoel uitdrukken
-
Taalblok 2 | Je excuses aanbieden
-
Opdracht 7 | Spreken – Excuses maken
-
Opdracht 8 | Spreken – Excuusgesprek
-
Opdracht 9 | Schrijven – Excuusbrief
-
-
Persoonlijke ruimtes
-
Opdracht 10 | Lezen – Tekst
-
Tekst 2 | Houd afstand!
-
Vragen bij tekst 2
-
-
-
Roddelen
-
Opdracht 11 | Luisteren – Luisterfragment
-
Vocabulaire
-
Opdracht 12 | Vocabulaire – Woorden invullen
-
Opdracht 13 | Spreken – Assertief gedrag
-
Opdracht 14 | Spreken – Minipresentaties
-
-
Grammatica | Er + prepositie als vooruitwijzer
-
Opdracht 15 | Grammatica – Er + prepositie als vooruitwijzer (1)
-
Opdracht 16 | Grammatica – Er + prepositie als vooruitwijzer (2)
-
Opdracht 17 | Schrijven – Zinnen maken met er
-
Opdracht 18 | Vocabulaire – Verba met preposities
-
Opdracht 19 | Vocabulaire – Verba met prefixen
-
Opdracht 20 | Vocabulaire – Spreekwoorden en gezegdes
-
3 Natuur
-
Opdracht 1 | Spreken – Stellingen
-
Opdracht 2 | Spreken – Artikel
-
Het duurzame landschap
-
Opdracht 3 | Lezen – Tekst
-
Tekst 1 | Groen uitzicht
-
Vragen bij tekst 1
-
-
Opdracht 4 | Spreken – Woonomgeving
-
Vocabulaire
-
Opdracht 5 | Vocabulaire – Paren maken en woorden invullen
-
Opdracht 6 | Schrijven – Beschouwing
-
-
Onkruid
-
Opdracht 7 | Luisteren – Luisterfragment
-
Vocabulaire
-
Opdracht 8 | Spreken – Actieplan
-
-
Natuurrechten
-
Opdracht 9 | Spreken – Informatie opzoeken en bespreken
-
Opdracht 10 | Lezen – Tekst
-
Tekst 2 | Een levend iets
-
Vragen bij tekst 2
-
-
Vocabulaire
-
Opdracht 11 | Vocabulaire – Paren maken en woorden vervangen
-
Opdracht 12 | Vocabulaire – Woorden invullen
-
-
Grammatica | Reeksen van verba
-
Opdracht 13 | Grammatica – Reeksen van verba (1)
-
Opdracht 14 | Grammatica – Reeksen van verba (2)
-
-
Afschieten dieren
-
Opdracht 15 | Luisteren – Luisterfragment
-
Opdracht 16 | Spreken – Debat
-
Opdracht 17 | Schrijven – Betoog
-
Opdracht 18 | Vocabulaire – Verba met preposities
-
Opdracht 19 | Vocabulaire – Verba met prefixen
-
Opdracht 20 | Vocabulaire – Woorden raden
-
4 Sport
-
Opdracht 1 | Spreken – Stellingen
-
Opdracht 2 | Spreken – Artikel
-
Luieren en sporten
-
Opdracht 3 | Lezen – Tekst
-
Tekst 1 | Liever lui dan fit
-
Vragen bij tekst 1
-
-
Vocabulaire
-
Opdracht 4 | Vocabulaire – Paren maken en woorden invullen
-
Opdracht 5 | Spreken en schrijven – Beweegscan
-
-
Sportsupplementen
-
Opdracht 6 | Lezen – Tekst
-
Tekst 2 | Ruim een kwart amateursporters gebruikt sportsupplementen
-
Vragen bij tekst 2
-
-
Opdracht 7 | Luisteren – Luisterfragment
-
Vocabulaire
-
Opdracht 8 | Vocabulaire – Woorden invullen
-
Opdracht 9 | Spreken – Speech
-
Opdracht 10 | Schrijven – Webtekst
-
-
Gamen
-
Opdracht 11 | Lezen – Tekst
-
Tekst 3 | Schermsport
-
Vragen bij tekst 3
-
-
Opdracht 12 | Luisteren – Luisterfragment
-
Vocabulaire
-
Opdracht 13 | Vocabulaire – Paren maken en woorden invullen
-
Opdracht 14 | Grammatica – Het passivum
-
Opdracht 15 | Grammatica – Proces en resultaat
-
Opdracht 16 | Schrijven – Zakelijke brief
-
Opdracht 17 | Schrijven – Artikel
-
Opdracht 18 | Vocabulaire – Verba met preposities
-
Opdracht 19 | Vocabulaire – Verba met prefixen
-
Opdracht 20 | Vocabulaire – Spreekwoorden en gezegdes
-
5 Relaties
-
Opdracht 1 | Spreken – Stellingen
-
Opdracht 2 | Lezen en spreken – Artikel
-
Eenzaamheid
-
Opdracht 3 | Spreken – Praten over eenzaamheid
-
Opdracht 4 | Lezen – Tekst
-
Tekst 1 | 1 op de 10 mensen sterk eenzaam in Nederland
-
Vragen bij tekst 1
-
-
Opdracht 5 | Luisteren – Luisterfragment
-
Opdracht 6 | Spreken – Presentatie
-
-
Partnerkeuze
-
Opdracht 7 | Spreken – Vergelijken
-
Opdracht 8 | Lezen – Tekst
-
Tekst 2 | Knap zkt. knap
-
Vragen bij tekst 2
-
-
Opdracht 9 | Luisteren – Luisterfragment
-
Vocabulaire
-
Opdracht 10 | Vocabulaire – Paren maken en woorden invullen
-
Opdracht 11 | Spreken – Presentatie
-
Opdracht 12 | Schrijven – Synthese
-
-
Scheiden
-
Opdracht 13 | Lezen – Tekst
-
Tekst 3 | Lang leve de liefde
-
Vragen bij tekst 3
-
-
Vocabulaire
-
Opdracht 14 | Vocabulaire – Woorden invullen
-
Opdracht 15 | Lezen – Tekst
-
Tekst 4 | Scheiden
-
Vragen bij tekst 4
-
-
Opdracht 16 | Spreken – Stellingen
-
Opdracht 17 | Schrijven – Reactie ingezonden brief
-
Opdracht 18 | Vocabulaire – Verba met preposities
-
Opdracht 19 | Vocabulaire – Verba met prefixen
-
Opdracht 20 | Vocabulaire – Spreekwoorden en gezegdes
-
6 Digitale zorg
-
Opdracht 1 | Spreken – Stellingen
-
Opdracht 2 | Spreken – Praten over digitale zorg
-
Zelfdiagnostiek
-
Opdracht 3 | Lezen – Tekst
-
Tekst 1 | Dr. Google
-
Vragen bij tekst 1
-
-
Opdracht 4 | Luisteren – Luisterfragment
-
Vocabulaire
-
Opdracht 5 | Vocabulaire – Paren maken
-
Opdracht 6 | Vocabulaire – Woorden invullen
-
Opdracht 7 | Schrijven – Artikel
-
Opdracht 8 | Schrijven – Review
-
-
Robotdokters
-
Opdracht 9 | Spreken en lezen – Tekst navertellen
-
Opdracht 10 | Luisteren – Luisterfragment
-
Opdracht 11 | Spreken – Debat
-
Opdracht 12 | Spreken – Pitch
-
-
Gezondheidszorg en technologie
-
Opdracht 13 | Lezen – Tekst
-
Tekst 2 | Zeg eens @@@
-
Vragen bij tekst 2
-
-
Opdracht 14 | Luisteren – Luisterfragment
-
Vocabulaire
-
Opdracht 15 | Vocabulaire – Woorden invullen
-
Opdracht 16 | Spreken – Presentatie
-
-
Grammatica | Spelling van Engelse verba
-
Opdracht 17 | Grammatica – Spelling Engelse verba
-
Opdracht 18 | Vocabulaire – Verba met preposities
-
Opdracht 19 | Vocabulaire – Verba met prefixen
-
Opdracht 20 | Vocabulaire – Spreekwoorden en gezegdes
-
7 Werk
-
Opdracht 1 | Spreken – Stellingen
-
Opdracht 2 | Spreken – Kenmerken van een baan
-
Prestatieloon
-
Opdracht 3 | Lezen – Tekst
-
Tekst 1 | Presteren voor poen
-
Vragen bij tekst 1
-
-
Opdracht 4 | Luisteren – Luisterfragment
-
Vocabulaire
-
Opdracht 5 | Vocabulaire – Woorden invullen
-
Opdracht 6 | Spreken – Presentatie
-
Opdracht 7 | Schrijven – Synthese
-
-
Stelen op de werkvloer
-
Opdracht 8 | Spreken – Praten over stelen
-
Opdracht 9 | Lezen – Tekst
-
Tekst 2 | Professioneel stelen
-
Vragen bij tekst 2
-
-
Opdracht 10 | Spreken – Dilemma’s
-
Vocabulaire
-
Opdracht 11 | Vocabulaire – Woorden invullen
-
Opdracht 12 | Vocabulaire – Reageren
-
-
De kortere werkweek
-
Opdracht 13 | Lezen – Tekst
-
Tekst 3 | Kan het korter?
-
Vragen bij tekst 3
-
-
Opdracht 14 | Luisteren – Luisterfragment
-
Vocabulaire
-
Opdracht 15 | Vocabulaire – Paren maken en woorden invullen
-
Opdracht 16 | Spreken – Gesprek gezonde werksituatie
-
Opdracht 17 | Spreken – Functioneringsgesprek
-
Opdracht 18 | Vocabulaire – Verba met preposities
-
Opdracht 19 | Vocabulaire – Verba met prefixen
-
Opdracht 20 | Vocabulaire – Spreekwoorden en gezegdes
-
8 Geld
-
Opdracht 1 | Spreken – Stellingen
-
Geld en geluk
-
Opdracht 2 | Lezen – Tekst
-
Tekst 1 | Je huilt toch lekkerder in een Ferrari
-
Vragen bij tekst 1
-
-
-
Armoede
-
Opdracht 3 | Luisteren – Luisterfragment
-
Vocabulaire
-
Opdracht 4 | Vocabulaire – Woorden invullen
-
Opdracht 5 | Schrijven – Synthese
-
-
Cryptogeld
-
Opdracht 6 | Lezen – Tekst
-
Tekst 2 | Geen geld
-
Vragen bij tekst 2
-
-
Opdracht 7 | Luisteren – Luisterfragment
-
Vocabulaire
-
Opdracht 8 | Vocabulaire – Paren maken en woorden invullen
-
Opdracht 9 | Spreken – Dilemma’s
-
Opdracht 10 | Schrijven – Betoog
-
-
De toekomst van contant geld
-
Opdracht 11 | Lezen – Tekst
-
Tekst 3 | Katsjing!
-
Vragen bij tekst 3
-
-
Vocabulaire
-
Opdracht 12 | Vocabulaire – Woorden invullen
-
Opdracht 13 | Spreken – Debat
-
-
Belasting
-
Opdracht 14 | Luisteren – Luisterfragment
-
Opdracht 15 | Spreken – Presentatie
-
Opdracht 16 | Schrijven – Beschouwing
-
Opdracht 17 | Vocabulaire – Verba met preposities
-
Opdracht 18 | Vocabulaire – Verba met prefixen
-
Opdracht 19 | Vocabulaire – Spreekwoorden en gezegdes
-
Opdracht 20 | Vocabulaire – Woorden raden
-